Een van mijn favoriete dichters is de Ierse dichter David Whyte. Zijn gedichten verbinden de schoonheid van taal met dilemma’s die zo herkenbaar zijn in ons gewone dagelijkse leven. Zijn zin “Je werk is misschien wel eerder een plek om jezelf te verliezen dan om je te vinden” heeft iets provocerends. Opgaan in je werk is toch juist goed? Jezelf in je werk verliezen is toch fijn? De snelle lezer zou de zin zo kunnen opvatten. Maar David Whyte bedoelt iets anders. Je werk (als plek) heeft een enorm aantal factoren met zo’n grote verleidingskracht dat ze met je aan de haal kunnen gaan en zorgen dat je jezelf verliest.
De verleidingen zijn krachtig. Geld, de zichtbaarheid van je baan, de status die de baan je geeft, ze appelleren aan diepe (soms) onbewuste verlangens in ons. Als we niet oppassen vallen we er geleidelijk steeds dieper voor gedurende onze loopbaan, zonder dat het in de gaten te hebben.En eenmaal voor de verleidingen bezweken, wil je er meer van. Jezelf verliezen heeft bovendien een tragische dimensie. Uiteindelijk word je ongelukkig van precies datgene dat je aanbidt. De schrijver David Foster Wallace illustreert het treffend:
“If you worship money and things, then you will never feel you have enough. Worship power, you will end up feeling weak and afraid, and in need of ever more power. Worship your intellect, being seen as smart, you will end up feeling stupid, a fraud, always on the verge of being found out. Worship your body and beauty and sexual allure and you will always feel ugly. And when time and age start showing, you will die a million deaths before they finally grieve you.
Wat mij betreft is de zin van David Whyte het bekende waarschuwingsbaken op zee. Je kunt je wel degelijk vinden in je werk. En je kunt je werk de manier laten zijn waarop je al je talenten en kwaliteiten gebruikt om van betekenis zijn voor jezelf en anderen. Werk doen dat ‘er toe doet’ hoor ik vaker en vaker als coachvraag. Jezelf kennen, je bewust zijn van de keuzes die je maakt, je authenticiteit vaststellen en bewaken zijn daarvoor de voorwaarden.
Hoe zit dat bij jou? Wie is het, die op je werk verschijnt? Welke talenten heb je van Nature meegekregen? Wat zou je tot stand willen brengen?